Waarom zien onze organisaties eruit zoals ze eruit zien? Gaan die organisaties er anders uitzien, nu informatie technologie zo wijd verspreid in gebruik raakt? En wat betekent dat dan? Dit zijn de centrale vragen die in dit boek behandeld worden.
Als we ons een beeld moeten vormen van een organisatie en we zouden dat grafisch weer moeten geven, dan zullen de meesten van ons een ‘hark’ tekenen (een pyramidaal figuur, waarbij verschillende functies en afdelingen uiteindelijk allemaal onder één centraal punt terecht komen). Hiërarchie, taak-afbakening en papier zijn belangrijke elementen van die organisatie, die in het jargon een bureaucratie wordt genoemd. Hoewel de meesten van ons daarvan persoonlijk een afkeer zullen hebben, blijken we elke keer toch weer onze organisaties op die bureaucratische, hiërarchische en rigide wijze in te richten. Weber sprak van een ijzeren kooi, waaraan we - als westerse, moderne mens - niet kunnen ontsnappen.
De informatietechnologie presenteert ons nu een belofte. Met de metafoor van de ‘paperless office’ wordt ons die belofte verbeeld. Middels informatietechnologie kunnen we onze organisaties platter maken, meer horizontaal, organisch. Dat klinkt verleidelijk.
In deze studie wordt uitgezocht waarom we toch elke keer die organisaties zo bureaucratisch inrichtten. Daarna wordt de informatietechnologie aan een onderzoek ontworpen. Uit het empirische onderzoek blijkt dat er recent fundamentele wijzigingen (kunnen) optreden. Plattere organisaties ontstaan, parafen-circuits worden afgeschaft en de indeling in hokjes wordt soms ook ongedaan gemaakt.
Zijn we nu aan onze ijzeren kooi ontsnapt? Dit boek eindigt minder optimistisch dan menigeen zou durven hopen. De ijzeren kooi behoort wellicht tot het verleden. We moeten ons echter geen illusies maken. Het huidige welvaartspeil en de massaconsumptie zijn juist mogelijk gemaakt doordat we gebruik maakten van de bureaucratie als organisatieprincipe. En er is nog geen teken dat we bereid zijn ons welvaartspeil drastisch terug te schroeven. Ook het niveau van de zorgverlening door de overheid willen we niet echt terugbrengen. Integendeel, we willen zelfs nog meer.
Het boek eindigt dan ook met de constatering dat de ijzeren kooi dan wellicht aan het verdwijnen is, maar dat dat slechts komt omdat we iets gevonden hebben dat onze extra wensen ook nog kan vervullen. We hebben iets gevonden dat nog beter werkt: de infocratie.
Middels een goede beheersing van onze informatievoorziening zijn we in staat nog complexere taken voor nog meer mensen in een nog hoger tempo nog goedkoper te produceren. Nog meer mensen kunnen dan nog meer consumeren.
De ijzeren kooi mag verdwenen zijn, zij is vervangen door een virtuele vesting. In die virtuele vesting wordt niet alleen ons ‘doen’ gestuurd, maar richt het beheersingsstreven zich ook op ons ‘denken’. Een welhaast onontkoombare ontwikkeling in het westerse moderniseringsproces.
Het voorliggende werk kon slechts tot standkomen met de hulp van velen. Hen allen wil ik danken. Alleen de sociale diensten wil ik apart bedanken. Niet alleen de leidinggevenden die het risico aandurfden mij een potentieel bedreigend onderzoek te laten uitvoeren. Maar vooral toch ook alle ‘gewone medewerkers’ die mij te woord hebben gestaan, spullen voor mij opzochten en/of mij anderszins hielpen. De anderhalf jaar dat ik veldwerk (zo noemen we dat nu eenmaal) heb gedaan hebben zij tot één van de meest leerzame periodes van mijn leven gemaakt. Ondanks de negatieve publiciteit die de sociale diensten de laatste twee jaar over zich heen hebben gekregen blijf ik van mening dat allen die daar werkzaam zijn een bijzondere prestatie leveren. De sociale diensten, wellicht juist omdat zij zo zwaar onder druk staan, lopen - in weerwil van alle negatieve vooroordelen - juist voorop in de ontwikkelingen. Met deze studie heb ik ook dat kunnen vaststellen.
Aan Hannie en aan Maria en Cor wil ik dit werk opdragen. Zij brengen het geluk in mijn leven.
Delft, September 1994 | Arre Zuurmond |